Pesten

‘Zowel de pestrol en de slachtofferrol zijn door opvoeding en aanleg bepaald.’

 

Wat vindt u hiervan?

Neem een kijkje op de webpagina en zorg dat u uw mening kan onderbouwen.

Wat is pesten?

De Zweedse psycholoog en psychiater Heins Leymann definieert pesten, er is een sprake van pesten als iemand:

  • Doelwit wordt van anderen;
  • Systematisch wordt geïntimideerd, aangevallen, sociaal geïsoleerd of vernederende taken moet verrichten;
  • De gepeste persoon in een mindere positie wordt gedrukt en moeite heeft zichzelf te verdedigen;
  • Pestgedrag zich herhaaldelijk voordoet;
  • Gedurende langere tijd.

 

Er is geen sprake van pesten als de gebeurtenis maar één keer voor komt, ook niet als twee gelijkwaardige partijen met elkaar in conflict zijn.

(Pesten op de werkvloer)

 

Basisonderwijs

Als leerkracht binnen het basisonderwijs krijg je te maken met pesten. Maar wat is pesten nu eigenlijk, is dit niet gewoon een beetje plagen wat af en toe iets te ver gaat?

 

Plagen

Plagen is iets anders dan pesten. Bij plagen zijn de kinderen gelijkwaardig aan elkaar. Soms plaagt de één en soms de ander. Meestal is het een enkele keer, het gebeurt niet regelmatig maar is onderling onschuldig gedrag. Zo leren kinderen met conflicten om te gaan, zonder dat iemand zich echt bedreigd voelt of er blijvende schade van heeft.

Pesten

Pesten is een heel ander geval. Bij pesten is er sprake van ongelijkheid tussen kinderen. Er is steeds één kind dat wint en sterker is, en een kind dat zwakker is en verliest.

Het gepeste kind voelt zich eenzaam, verdrietig en bedreigd. Het gedrag van de ‘pestkop’ is erg kwetsend en pijnlijk voor het slachtoffer. Pesten kan zich voordoen in de vorm van:

  • Uitschelden
  • Vernederen
  • Schoppen
  • Slaan
  • Buitensluiten
  • Vernederen
  • Kleineren
  • Achtervolgen
  • Stelen en vernielen van spullen

 

Vaak is er een groepje dat meedoet met de ‘pestkop’. Dit zijn de meelopers.

In de meeste gevallen zijn de meelopers ook bang voor de pestkop. Zij durven niet tegen hem in te gaan en op te komen voor het gepeste kind.

Het is een soort machtsstrijd, kinderen zijn bang om zelf gepest te worden.

Doordat niemand opkomt voor het gepeste kind voelt hij/zij zich alleen.

 

Aandachtspunten

Pesten houdt niet vanzelf op, het kan grote gevolgen hebben. Een kind kan erg onzeker en ongelukkig worden, het kind kan zich schamen om het thuis te vertellen. Zo kom je er als ouder niet achter.

  • Wacht niet af, als je weet dat er gepest wordt. Als het pesten langdurig aan de gang is, zijn de problemen moeilijker op te lossen.
  • Als een kind gepest wordt, heeft het veel steun nodig. Benoem de gevoelens van het kind en kijk hoe je het kind kan helpen.
  • Om te voorkomen dat kinderen slachtoffer worden van pesten is het belangrijk dat ze weerbaar zijn of worden. Het zelfvertrouwen en zelfbeeld van een kind spelen hierbij een belangrijke rol. Als leerkracht kan je deze eigenschappen versterken door hier sociaal emotionele lessen over te geven en vaardigheden te oefenen.
  • Geef kinderen positieve aandacht.
  • Leer kinderen te gaan met andere kinderen, als leerkracht zijn dit sociaal emotionele lessen of gestuurd samenwerken.

(Stichting opvoeden.nl, 2014)

 

Pesten of niet?

De onderstaande casussen gaan over pesten. Is dit echt pesten of niet?

Wat uw mening?

 

Casus 1: Sabine

Tijdens het buitenspelen komt Sabine naar de pleinwacht. “Ik mag niet meedoen met voetballen.” De leerkracht heeft niet gezien wat er is gebeurd. Terwijl de leerkracht en Sabine teruglopen naar de voetballende kinderen, vertelt ze wat er is gebeurd: “De bal ging uit, toen wilde ik ‘m pakken en ingooien. Maar Leo was me voor. En die zei: ‘Ga weg, ik gooi de bal weer in.’” Bij de groep haalt de leerkracht Leo erbij, die hetzelfde verhaal vertelt. De leerkracht legt uit dat dit voor Sabine voelt als dat hij niet meer mee mag doen. Leo: “Dat bedoelde ik niet. Ik wilde alleen zelf de bal ingooien en daarvoor had ik plaats nodig.”

 

Casus 2: Renzo

Renzo staat in zijn eentje op het plein, met zijn hoofd naar beneden. Als de leerkracht vraagt wat er aan de hand is, vertelt hij dat hij alweer niet mee mag doen met zijn vier vrienden. “Ze zeggen dat ze met hun vieren willen spelen.” Dit verhaal navragend, komt het overeen. Renzo is verdrietig. Hij mag wel vaker niet meedoen, zegt hij. De leerkracht bespreekt ter plekke met de kinderen hoe dit voor Renzo voelt, hoe het voor hen zou voelen en de kinderen accepteren dat Renzo nu weer meedoet.”

 

Casus 3: Jelte

Jelte is boos. Hij wil in de schommel, maar mag van andere kinderen niet erbij. Ze stoppen niet met schommelen als hij daar (eerst vriendelijk, daarna boos) om vraagt, zodat hij erbij kan. Hij gaat naar de leerkracht op het plein, die het niet heeft gezien. “Dat doen ze nou altijd! Ik mag nooit erbij op de schommel!” zegt hij luid tegen de leerkracht. Bij de schommel zeggen de kinderen in de schommel dat hij zo boos doet en hij daarom niet mee mag doen. “Bovendien zitten we er al met zijn zessen in en zes is het maximum.” “Ja, maar ik mag nooit in de schommel.” “Jij doet ook altijd zo boos.”

 

Casus 4: Vince

Vince kan niet tegen onrechtvaardigheid. Als hij vindt dat anderen hem onrecht aandoen, vindt hij het heel moeilijk om dan rustig te blijven en uit zich snel fysiek. Kinderen weten dit van hem. Het is al vaak in de klas ter sprake geweest.

Tijdens de gymles, schopt Jordy tijdens het voetballen de bal expres bij Vince uit zijn handen. Vince ontploft. Het duurt een tijd voor hij voor rede vatbaar is en weer wil praten.

Als hij eenmaal is gekalmeerd, geeft hij aan dat Jordy het expres deed. Ook zegt hij erbij: “Iedereen weet dat ik snel boos word, maar dan doet Jordy dat expres toch. Dat vind ik niet fijn. Ik wil niet boos worden, maar ik kan er niets aan doen.”

 

Expertise directeur

Relatie pesten en passend onderwijs

Binnen het regulier en passend onderwijs komt pesten voor. Er is binnen deze onderwijssoorten geen verschil in aanpak. Elke school heeft een pestprotocol.

Sommige scholen hebben geen protocol omdat zij er niet in geloven om het pesten na de tijd aan te pakken, maar juist voor die tijd. Ze willen het voorkomen en handelen preventief.

PBS scholen hebben geen pestprotocol.

 

Door passend onderwijs zijn er meer verschillen in een klas. Op gebied van cognitief, afkomst, gedrag, sociaal emotioneel en uiterlijk. Dit kunnen redenen zijn waardoor pesten hier meer zal voor komen dan binnen het regulier onderwijs. Dit is een verschil tussen regulier en passend onderwijs op het gebied van pesten.

 

Relatie pesten en preventief handelen

Pesten kan voorkomen worden. Veel PBS scholen hanteren deze manier van handelen.

Op basisschool CBS De Koning staan drie factoren centraal:

  • Veiligheid
  • Verantwoordelijkheid
  • Respect

De kinderen leren zo hoe ze met elkaar om moeten gaan, dit is een vorm van preventief handelen voor pesten.

 

Kinderen moet weerbaar zijn. Ze moeten leren hoe ze met elkaar om moeten gaan en voor zichzelf of anderen op te durven komen. Dit kan door middel van SEO lessen. (sociaal emotionele ontwikkeling).

Ook is zelfvertrouwen en een goed zelfbeeld van groot belang. Om dit te stimuleren bij kinderen kan je als leerkracht SEO lessen of trainingen geven. Hier worden vaardigheden aangeleerd. Een voorbeeld van een training is de kanjer training.

 

Kanjer training

‘De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen om de sfeer in de klas goed te houden (preventief), of te verbeteren (curatief). De Kanjertraining is in 1996 begonnen als een ouder-kindtraining. Inmiddels is de training uitgegroeid tot een volwaardige methode voor het basis- en voortgezet onderwijs en streven we de volgende doelen na.

- Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas.
- Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen.
- Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten.
- Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen.
- Leren om verantwoordelijkheid te nemen.
- Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie.
De Kanjertraining is opgenomen in de database van het NJi als effectief volgens goede aanwijzingen bij pestproblematiek en het aanleren van sociale vaardigheden. De methode kent een leerlingvolgsysteem dat erkend is door de Cotan en door de onderwijsinspectie gebruikt kan worden om de sociale opbrengsten bij kinderen te meten. De Kanjertraining is in feite dan ook meer dan alleen een methode, het vormt voor scholen de leidraad om pedagogisch beleid te maken. Kanjertraining helpt leerkrachten om anders te kijken naar het gedrag van kinderen.

Gaat er dan nooit meer iets mis op Kanjerscholen, heerst er altijd rust en vrede? Nee, maar Kanjertraining kan wel helpen om problemen bespreekbaar te maken en te zoeken naar oplossingen die goed zijn voor alle partijen. Regelmatig horen we dat kinderen zich weer veilig voelen op school, dat ouders weer serieus worden genomen en de leerkrachten hun vak weer terugkrijgen.’

(Jenaplanschool Zonnewereld )

 

Verder is het ook van belang om kinderen bewust te laten worden van pesten. Wat is het nu eigenlijk? Wanneer pest je iemand? Wat zijn de gevolgen? Wat kunnen we eraan doen?

Dit is een stukje kennisoverdracht. Kinderen moeten er zich van bewust zijn wat pesten inhoudt.

 

Een veilig groepsklimaat is ook een vorm van preventief handelen voor pesten.

Door een veilig groepsklimaat in de klas durven leerlingen sneller te vertellen dat ze eventueel gepest worden of pesten. Dit biedt veiligheid voor het kind.

Met een veilig groepsklimaat durven leerlingen ook sneller voor zichzelf op te komen. Dit is dat stukje weerbaarheid.

Voor een veilig groepsklimaat zijn de gouden weken van groot belang.

De kinderen leren elkaar kennen, jij als leerkracht de kinderen, en de groepsregels worden afgesproken. Dit hangt samen met het groepsklimaat.

 

Wanneer een kind gepest wordt in de klas zijn er kinderen die ongewenst gedrag vertonen. Dit kan zowel de pestkop als het slachtoffer zijn. Maar ook de meelopers. Doordat je als school zijnde of leerkracht pesten voorkomt d.m.v. kinderen weerbaarheid, omgang met elkaar en sociale vaardigheden aan te leren. Zullen kinderen minder snel gaan pesten. Doordat er minder wordt gepest zal er ook minder ongewenst gedrag voor komen binnen een groep.

Echter zijn weerbaarheid, omgang met elkaar en sociale vaardigheden aanleren ook goede factoren om ongewenst gedrag binnen de groep te voorkomen. 

De praktijk

Ik heb zelf in de praktijk nog nooit meegemaakt dat een kind in mijn groep werd gepest.

Ik let wel op het gedrag van kinderen, los conflicten op, heb individuele gesprekken met kinderen en draag bij aan een positief groepsklimaat.

Verder heb ik ook veel sociale vaardigheidstrainingen gegeven.

Door hier bewust mee bezig te zijn draag ik al bij aan het voorkomen van pesten, ik handel preventief.

Doordat ik meer informatie heb gekregen over het pesten, de meningen van anderen en belangrijke aandachtspunten heb gekregen, weet ik nu als leerkracht waar ik op moet letten.

Ik ben me ervan bewust hoe ik pesten zou kunnen voorkomen, maar ook wat de ernst van pesten is.

Vroeger in mijn jeugd heb ik ook te maken gehad met pesten. Ik heb zowel de rol van slachtoffer als pestrol meegemaakt. De slachtofferrol heb ik als eerste ervaren. Ik heb als kind ervaren wat dit met je kan doen, hierdoor ben ik later ook zelf gaan pesten. Om zo niet meer het slachtoffer te zijn.

Doordat ik ervaring heb met het pesten is het altijd al een belangrijk onderwerp geweest.

Daarom zal ik als toekomstige leerkracht pesten helpen te voorkomen, signaleren en oplossen. Ik wil dat elk kind met plezier naar school gaat en geniet, om zo zich goed te kunnen ontwikkelen.

Visie

Pesten, dit vind ik niet oké. Ik hoop dat iedereen in Nederland maar ook in de wereld dit met mij eens is.

Hier ga ik verder niet op in.

Maar het pestprotocol, elke school in Nederland moet dit hebben volgens het Ministerie van Onderwijs. Alleen is in dit thema te lezen dat er meerdere scholen zijn die dit niet hebben. Vooral PBS scholen hebben geen protocol.

Ik ben het hier mee eens, deze scholen kiezen ervoor om het pesten niet te verhelpen maar te voorkomen.

Door het pesten te voorkomen is er minder kans dat er gepest wordt. Kinderen zijn weerbaar, leren hoe ze met elkaar om moeten gaan en handelen hiernaar.

Maar op elke school is wel een kind dat gepest wordt. Preventief handelen werkt niet altijd voor iedereen. Dan komt het protocol aan bod.

Het protocol is ook een goed plan om pesten te verhelpen, alleen ben ik van mening dat wanneer je het voorkomt je er meer kracht uit haalt dan wanneer je het verhelpt.

Als het pesten moet worden verholpen is de schade al gemaakt. Kinderen kunnen blijvende schade oplopen van pesten, dit is bijna niet meer te verhelpen.

Daarom is voorkomen beter dan genezen, door bewust bezig te zijn met preventief handelen zullen er minder slachtoffers zijn binnen het pesten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb