Omgevingsonderwijs
Omgeving en onderwijs. Twee woorden die bij elke leerkracht bekend voor komen. Maar wat is het nu precies? Naar buiten met onze rekenboeken? Of zit er meer achter? Wat wordt van ons verwacht als leerkracht en wat houdt het precies in?
Wat is omgevingsonderwijs?
Omgevingsonderwijs is een van de vele didactische werkvormen in het onderwijs. Maar er valt meer over te bespreken. De omgeving verwijst naar de omgeving waar kinderen wonen, spelen, leren en hun vrije tijd doorbrengen. Het gaat voornamelijk over de eigen leefomgeving van de kinderen die centraal staat als object van de studie.
De leefomgeving is de wereld of plek waar iemand zich vrijwel dagelijks begeeft. Voor kinderen is deze niet zo groot.
De leefomgeving bestaat uit de materiële leefomgeving en de niet materiële leefomgeving.
De materiële leefomgeving bedraagt de objecten van menselijke en natuurlijke origine.
De niet materiële leefomgeving bedraagt de objecten van sociale en culturele aard.
Het omgevingsonderwijs richt zich in de eerste plaats op de dagelijkste leefomgeving.
Hier ligt de focus. Historische of culturele plaatsen horen niet bij het omgevingsonderwijs.
De directe leefomgeving biedt genoeg mogelijkheden om de leerlingen het een en andere bij te leren.
Door omgevingsonderwijs krijg je als leerkracht zicht op wat de didactische mogelijkheden zijn van de directe omgeving. Bij omgevingsonderwijs in het basisonderwijs richten leerkrachten zich sterk op de directe omgeving. Leerkrachten beginnen bij de kinderlijke verwondering en hun ervaringen, zo sluiten ze zo nauw mogelijk aan bij de leefwereld van de kinderen.
Als leerkracht moet je inzicht hebben van de zaakvakken Aardrijkskunde en Biologie, om zo een omgeving vanuit deze perspectieve te bekijken. Zo haal je het optimale uit de omgeving om in te zetten tijdens je les met omgevingsonderwijs.
Het leergebied Wereldoriëntatie is hiervoor zeer geschikt, de leerinhoud wordt makkelijk aan de schoolomgeving gekoppeld. Door middel van zelf ontdekkend leren, waarbij de activiteit en participatie van de leerlingen centraal staan, wordt dit inzicht verder uitgebouwd.
Ook zullen de leerlingen vaardigheden ontwikkelen om met de omgeving in interactie te gaan en om een positieve houding te ontwikkelen t.o.v. de omgeving.
Er is een groot scala aan mogelijkheden om de omgeving bij de klas te betrekken. Met deze mogelijkheden kan je concrete lesdoelen realiseren en abstracte leerstof te concretiseren.
Verder zorgt omgevingsonderwijs ook nog voor betrokkenheid van de leerlingen.
(Martens, 2011-2012)
Andere vakken zijn ook te integreren binnen omgevingsonderwijs. Denk aan vakken als rekenen, taal en spelling.
Stel je voor, kinderen zijn op de boerderij en draaien een dagje mee. Ze verzorgen dieren, houden het terrein schoon en zorgen dat het een productieve dag wordt. Hierbij komen vakken als rekenen, taal en spelling aan bod. Kinderen moeten wegen, hoeveel voer heeft een varken nodig? Hoeveel hebben 6 varkens dan nodig? Ze komen in aanraking met woorden die alleen worden gebruikt op een boerderij. Dit vergroot hun woordenschat. Ook zullen de kinderen moet communiceren met elkaar en personeel van het bedrijf, de boer. Kinderen verwoorden wat ze doen en waarom. Hoe zeg je dit op een beleefde manier? Hier komt taal bij kijken.
Dit is een kort voorbeeld hoe vakken als rekenen, taal en spelling aan bod komen binnen omgevingsonderwijs. Er zijn nog veel meer manieren om ander vakken te integreren binnen het omgevingsonderwijs.
Kenmerken omgevingsonderwijs
De kenmerken omgevingsonderwijs vormt zich door de vier leerstijlen van de Amerikaanse psycholoog David Kolb. Hij heeft onderzoek gedaan naar de verschillende leerstijlen, deze zijn in vier fasen te onderscheiden:
- Concreet ervaren
- Reflectief observeren
- Abstract conceptualiseren
- Actief experimenteren
Het ontwerpen van omgevingsonderwijs heeft veel kenmerken van probleemoplossend experimenteren. Om dit te kunnen toepassen, moeten de vier fasen uit het model van Kolb doorlopen worden.
Kenmerken
- Zelfstandig en actief leren
- Omgeving -> ander aanbod aan bronnen
- Concreet verschijnsel al startpunt
- Motiveert leerlingen
- Doorbreekt routines
- Leer de omgeving beter kennen
- Legt verband tussen werkelijkheid en de klas
- Respect en waardering voor de omgeving/natuur.
- Connecties met diverse instellingen en bedrijven uit de omgeving.
- Profileren richting ouders en de omgeving.
(Van Riessen & Van Manen, 2006)
Rollen van de leerlingen
In de afbeelding worden de sterke en minder sterke punten van verschillende rollen die leerlingen kunnen aannemen benoemd. Elke leerling heeft een eigen rol die hem of haar op het lijf is geschreven. Binnen het omgevingsonderwijs komen onderstaande rollen aan bod. Op deze manier ben je bezig met passend onderwijs, je voldoet binnen één les aan de meeste onderwijsbehoefte van de leerlingen.
(Van Riessen & Van Manen, 2006)
Omgevingsonderwijs heeft veel voordelen. De volgende factoren worden gestimuleerd bij kinderen bij omgevingsonderwijs:
- Mentale rust
- Veilig leren voelen
- Buiten comfort zone
- Ontwikkeling zintuigen
- Samenwerken
- Concentratie
- Kinderen leren door te doen en ervaren
- Tegemoet komen aan speciale leerbehoeften
- Natuurbelang/respect
- Zelfstandigheid
- Minder stress
- Verminderen gedragsproblematiek
- Duurzame samenwerking
(college omgevingsonderwijs, relatie cirkel)
De meeste leerkrachten zijn positief over omgevingsonderwijs. Scholen staan er open voor maar worden soms belemmerd door de volgende factoren:
- Veel leerkrachten kennen niet meer zo goed de omgeving waarin ze les geven.
- De handleidingen zijn niet of beperkt gericht op de plaatselijke schoolomgeving
Voor veel leerkrachten is de omgeving waar ze werken niet de omgeving waar ze opgroeiden of zelf wonen. Als gevolg is de kennis van vele leerkrachten over de omgeving beperkter.
Leerkracht zullen zich eerst moeten verdiepen, inlezen en ervaringen op doen wat betreft de omgeving van de school. Dit kan veel tijd in beslag nemen waardoor het eventueel zelf niet meer gedaan wordt. Dit wordt als belemmering gezien binnen het omgevingsonderwijs.
De handleidingen voor wereldoriëntatie vakken gaat niet tot weinig over de omgeving van de school. Dit heeft als gevolg dat leerinhouden binnen het omgevingsonderwijs beperkt of weinig worden uitgediept in de lessen. Heel wat lokale bronnen blijven onbekend.
(Declercq)
Relatie omgevingsonderwijs en passend onderwijs
Kinderen komen steeds minder in aanraking met de natuur. Er wordt minder buiten gespeeld en er ontstaan onder jongeren steeds meer psychiatrisch problemen. Leerkrachten merken en ervaren de gevolgen hier van.
De natuur wordt hier als hulpmiddel ingezet. Een ‘groene’ omgeving heeft een helend effect op de mens. De natuur bestaat uit voorspelbare verandering en structuur wat leerlingen met leerproblemen prettig vinden.
Het kan de stemming verbeteren, stress verminderen, bloeddruk verslagen en rust creëren. Dit zijn factoren die veel leerlingen nodig hebben, ook leerlingen van het speciaal onderwijs.
Wanneer een kind moet zorgen voor planten of dieren ontstaat er verantwoordelijkheidsgevoel, een relatie en trots.
De natuur vraagt aandacht van een leerling, de leerling hoeft zich er niet voor in te spannen omdat het de interesse heeft. Geconcentreerd gedrag is hiervan het tegenovergestelde. Dat gedrag kost moeite voor de leerling.
Natuuronderwijs heeft speciale leerlingen veel te bieden.
(college omgevingsonderwijs, relatie cirkel)
Relatie omgevingsonderwijs en preventief handelen
Tijdens de SO-3 daagse ben ik op scholen bezoek geweest op SBO de Spinaker. Op deze school hadden ze een hulp hond. Deze hond was aanwezig binnen de school en had als thuishaven groep 6.
Groep 6 zorgt dan ook voor de hond. Denk hierbij aan eten, drinken, aandacht en uitlaten.
Verder dient de hond ook als kalmeringsmiddel.
Wanneer een kind erg boos is, verdrietig of om wat voor reden dan ook niet in de klas kan zijn, kan hij/zij naar de hond.
Aai de hond, speel er mee. De hond is er voor het kind, dit schept een band en het kind is allang vergeten waarom hij boos was.
Dit voorkomt conflicten.
Bovenstaande situatie is een mooi voorbeeld van hoe omgevingsonderwijs ongewenst gedrag voorkomt. Hierbij gaat het om de zorg van een dier. Dit vereist ander gedrag van leerlingen waardoor ongewenst gedrag verminderd of zelfs er niet is.
De praktijk
Ik heb zelf toen ik stage liep in groep ½ gebruik gemaakt van omgevingsonderwijs.
De school kruiste aan een stuk bos. De leerlingen kregen een les over de Herfst, hoe ziet de natuur er uit? Wat veranderd er?
Na een korte uitleg mochten de kinderen het zelf gaan ontdekken.
De kinderen werden verdeeld in tweetallen, elk tweetal kreeg een eierdoos met daarop 8 afbeeldingen van voorwerpen die te vinden waren in het bos.
Deze voorwerpen moesten ze gaan zoeken. Maar ook moesten ze er voorzichtig mee zijn, welke eikels kan je pakken? Moet je alles pakken? Waarom wel of niet? Wie eten er eikels?
De kinderen hebben de omgeving van de school ontdekt en hebben de link gelegd naar het seizoen Herfst.
Ook stonden we stil bij de duurzaamheid van de natuur.
Visie
Ik vind het van belang dat omgevingsonderwijs een onderdeel wordt van het dagelijks lesprogramma. Wanneer ik kijk naar de voordelen en resultaten van andere leerkrachten, zet dit mij aan tot meer omgevingsonderwijs in mijn lesprogramma.
Ik denk dat ik de betrokkenheid van mijn leerlingen kan vergroten, binnen thema's en losse lessen, door gebruik te maken van de omgeving van de school.
Er zijn factoren waar bij je als leerkracht rekening mee moet houden. Echter, deze zijn te overzien en de voordelen zijn voor mij van groter belang.
De belemmeringen die worden genoemd zijn zeker niet gelogen, echter zijn dit belemmeringen voor de leerkracht en niet ten opzichte van de leerlingen. Omgevingsonderwijs heeft een positief effect op de leerlingen. Waarom zou je dit als leerkracht negeren en niet toepassen binnen het lesgeven?
Omgevingsonderwijs is ook iets dat te realiseren valt. Als leerkracht zal je er moeite voor moeten doen, maar het zal niet ten kosten gaan van andere zaken, en zal de leerresultaten van de leerlingen juist bevorderen.
Omgevingsonderwijs heeft veel te bieden voor leerlingen, als leerkracht hoor je hier moeite voor te doen, zodat je leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit met de omgeving als hulpmiddel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb